De Old Country Market op Vancouver Island heeft een hele bijzondere bezienswaardigheid: geiten op het dak

Op het dak, ja. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle merkwaardige producten in deze combinatie tussen een winkel en een restaurant. Old Country Market is een hele leuke bestemming. Dit is de Old Country Market De Old Country Market is een absoluut fenomeen in Coombs, Brits-Columbia. Dat komt door het bijzondere aanbod souvenirs en food-items, maar uiteraard vooral door de geiten die in het voorjaar bovenop het dak staan. 🇨🇦 Lees ook Wildlife in Canada: 5 bijzondere diersoorten die je zomaar kunt tegenkomen Ze staan daar al sinds de eigenaren van de Country Market constateerden dat er ongewenst gras op het dak groeide. Ze hadden echter geen tijd of zin om dit zelf weg te halen – en dus zetten ze maar een aantal geiten op het dak. Die hadden er geen moeite mee om het overtollige gras weg te schrokken en zodoende was een fenomeen geboren. Geiten blij, eigenaars blij. En de bezoekers? Die vonden het alleen maar leuk om te zien. Dit zie je bij de Old Country Market De geiten zijn by far de leukste attractie van de Country Market, maar de zaak zelf mag er ook zijn. De markt bestaat allereerst uit een forse giftshop vol cadeautjes voor het thuisfront. Van bumperstickers in de vorm van een geit tot Nepalees blaasglas: je vindt het in deze zaak. De Market heeft ook een groot assortiment food-items. Daaronder vallen Canadese specialiteiten als gerookte zalm, maar ook kaassoorten die zijn geïmporteerd vanuit Europa. Misschien stamt dat af van het feit dat de oorspronkelijke eigenaren van de Old Country Markt uit Noorwegen kwamen… De markt telt ook nog drie verschillende restaurants, waaronder een Italiaan. Wij vonden het in ieder geval een erg leuke stop tijdens een roadtrip over Vancouver Island! Zo kom je er Mis de Old Country Market niet wanneer je naar Vancouver Island gaat. Het adres is 2326 Alberni Highway in Coombs, Brits-Columbia.
Loes ging naar West-Canada: ‘Een bestemming waar je eigenlijk niet meer weg wilt’

We spraken met Loes Rikmanspoel, Reisspecialist Noord-Amerika van Little America. Ze is nét terug van een rondreis door West-Canada en heeft een aantal hele toffe tips voor reizigers die ook naar deze regio willen. Lees snel verder! Hoi Loes. Om te beginnen: wil je jezelf voorstellen? ‘Zeker! Ik ben Loes Rikmanspoel. Zo’n acht jaar geleden ben ik in de reiswereld beland. Eerst als zelfstandig reisadviseur, maar inmiddels naar volle tevredenheid bij Little America.’ Heb je altijd iets met Noord-Amerika gehad? ‘Absoluut. Ons gezin bestaat uit honkballiefhebbers. We gaan dus regelmatig die kant op om een wedstrijd bij te wonen. Bovendien heeft mijn zus in Toronto gewoond, waardoor we ook veel in Canada zijn geweest. Zelf heb ik ooit vier maanden rondgetrokken door West-Canada en Alaska. Met een tentje. Ik heb daardoor praktisch het hele land gezien, van de westkust tot de Atlantische Oceaan.’ 🇨🇦 Tip van ons! Little America maakt op maat gemaakt reizen naar West-Canada. Kijk hier voor meer info en inspiratie. En je bent net terug van een rondreis door West-Canada – hebben we begrepen. ‘Klopt. Ik heb een reis gemaakt door het westen van Canada.’ Vertel… ‘Ik ben begonnen in Vancouver, maar daar heb ik alleen overnacht, zodat ik de volgende dag meteen naar Vancouver Island kon. Dat is namelijk echt mijn ding.’ Een persoonlijke favoriet, dus? ‘Ik hou van de oceaan en zeker in de zomer ziet het er daar gewoon prachtig uit. Het is er enorm gevarieerd. De westkust is heel ruig, daar vind je gematigde regenwouden. Het oosten is dan weer lieflijker, met veel dorpjes. Er zijn ook niet zoveel wegen. Er is eigenlijk maar één weg van oost naar west en van noord naar zuid.’ We nemen aan dat je rondreis door West-Canada ook dit keer niet tegenviel… ‘Nee, zeker niet. Ik begon in Port Renfrew in het westen. Daarna ben ik helemaal doorgetrokken naar Telegraph Cove en Port McNeill in het noorden. Telegraph Cove is ook echt een aanrader. Je slentert langs de historische, vrolijk gekleurde huisjes in het kleine haventje. Begin 1900 was Telegraph Cove een afgelegen, eenzaam telegraafstation. Tegenwoordig is het een uitvalsbasis voor wildlife tours.’ Is dat ook je favoriete plek op Vancouver Island? ‘Ik vind Chemainus ook een heel leuk plaatsje. Het ligt aan de oostkust. Ze hebben er veel muurschilderingen en het dorp zelf is ideaal voor een wandeling. Tofino is dan weer een aanrader als je van surfen houdt, al is het daar in de zomer wel druk. Ucluelet is een goed alternatief, dat is wat meer verspreid. Maar mijn absolute favoriet is Quadra Island (foto). Dat is een eiland voor de kust waar echt een soort serene rust hangt. Het is helemaal niet groot, waardoor je het fietsend kunt ontdekken. Het is een bestemming waar je eigenlijk niet meer weg wilt.’ 🇺🇸 Lees ook ‘Het zuidwesten van Amerika heeft heel veel aanraders’ Waar ging je rondreis door West Canada daarna naartoe? ‘Ik ben via de Sea-To-Sky Highway naar Pemberton (foto) getrokken. Dat ligt iets ten noorden van Whistler.’ Was het een bewuste keuze om Whistler niet te bezoeken? Dat is toch een beetje de populairste plaats daar… ‘Ja, dat wel. Whistler is leuk, maar ik vind het ook een beetje een après-skidorp. Gezellige terrasjes, maar ook luide muziek. Het is er in mei vaak al druk en dat wordt er in de zomer niet minder op. Dat betekent niet dat ik het mensen afraadt. In tegendeel. Ik ben zelf gewoon niet zo van de drukte – en dan is Pemberton een aanrader. Maar dat is persoonlijk. En anders is Squamish een mooi alternatief.’ De volgende stap was Wells Gray Provincial Park – nemen we aan? Dat doen de meeste reizigers… ‘Nou – ik ben in de tussentijd nog in Chilcotin gewest. Dat is echt héél anders dan de meeste bestemmingen hier. Je moet een uur over een onverharde weg rijden op weg naar je verblijf op een ranch, waardoor je er echt in the middle of nowhere zit. Eenmaal aangekomen kun je allemaal activiteiten ondernemen: paardrijden, mountainbiken, hiken… Ik kan het mensen echt aanraden, ondanks dat het vaak wordt overgeslagen.’ En daarna? ‘Daarna was het wél tijd voor Wells Gray Provincial Park. En dat zou ik absoluut niet overslaan.’ Hoezo? ‘Wildlife – heel veel wildlife. En dan vooral beren. Op één dag heb ik er twaalf gezien, allemaal moeders met hun jongen. Plus veel herten en reeën. Als je wilde dieren wilt zien, moet je hier zijn. Maar de watervallen zijn natuurlijk dé bezienswaardigheden. De Helmcken Falls is de grootste en ook wel de spectaculairste, maar er zijn er meer.’ Waar ging je rondreis door West-Canada daarna naartoe? ‘Eerst naar Jasper National Park en daarna naar Golden. Ook een aanrader. Het punt is namelijk dat je vanuit Golden heel makkelijk naar verschillende natuurparken kunt rijden. Ideaal als je wat langer op één plek wilt zijn en het niet erg vindt om steeds een stukje te rijden naar bijvoorbeeld Yoho National Park of Radium Hot Springs te rijden. Banff National Park ligt ook niet ver weg, maar daarvoor weet ik een nóg betere uitvalsbasis.’ 🇺🇸 Lees ook ‘De kust van Oregon is grandioos’ Het dorpje Banff zelf, toevallig? ‘Nee – Canmore! (foto) Dat ligt ten zuiden van Banff National Park en dat is echt een leuk stadje. Als je daar een rondje draait, zie je overal bergen met besneeuwde toppen. Je stapt je bed-and-breakfast uit en weet gewoon niet wat je ziet. Echt – je kijkt je ogen uit in Canmore. Weet je – ik vind Banff ook leuk. Maar dat leeft volledig op toerisme. Canmore is meer een combinatie van locals en toeristen. In de zomer is het er best druk, maar minder hectisch dan in Banff. Gewoon gezellig. Ze hebben leuke restaurantjes en winkels. En het ligt op twintig minuten rijden van het nationale park, dus je bent er zo.’ Dat klinkt enigszins als de vergelijking tussen Pemberton en Whistler… ‘Een beetje wel, ja. Het hangt er ook hier vanaf wat je zoekt, maar
Bijzonder hotel, spooky historie: The Empress in Victoria, Brits-Columbia

Hotel The Empress is een trip terug naar een tijd waarin Canada nog bij het Britse Rijk hoorde. Een van de beroemdste gebouwen op Vancouver Island. 🇨🇦 Lees ook Dit is misschien wel de leukste markthal van Canada: Toronto’s St. Lawrence Market Dit is The Empress Victoria op Vancouver Island is als stad nogal – laten we zeggen – Engels. De naam is sowieso een verwijzing naar koningin Victoria, maar veel van de hier aanwezige panden hadden ook nu niet misstaan in een Londense buitenwijk. Iemand die daar voor een groot deel verantwoordelijk voor is, is Francis Rattenbury. Deze Britse architect was nogal een liefhebber van de bouwstijl in zijn moederland en liet dat in zijn werk op meerdere manieren terugkomen. Zijn paradepaardje was het Empress Hotel. Rattenbury ontwierp het aan het begin van de twintigste eeuw. De accommodatie had vervolgens niet heel lang nodig om uit te groeien tot hét boegbeeld van luxe op Vancouver Island. Het verhaal gaat zelfs dat dit hotel jarenlang bewust geen bord met daarop The Empress had. Iedereen die niet wist dat dit The Empress was, was sowieso niet welkom als gast. Spookverhalen Ondanks de exorbitante luxe die Rattenbury in The Empress heeft gestopt, heeft het hotel ook een schaduwzijde. Dat heeft te maken met Rattenbury zelf die hier in 1935 op brute wijze werd vermoord. En niet door zomaar iemand. Door zijn minnares en diens chauffeur toen ze beiden onder de invloed waren van cocaïne. Sommige medewerkers van The Empress beweren dat Rattenbury het pand nooit heeft verlaten. Zijn geest is hier meermaals gespot. Dit zie je in The Empress Los van geesten mag je in The Empress nog steeds de grandeur van weleer verwachten. De sfeer is er bovendien ook anno nu behoorlijk Brits. Er wordt bijvoorbeeld nog steeds dagelijks thee geschonken in de lobby. Het is mogelijk om hier als niet-gast rond te lopen, maar de prijzen voor een kamer vallen buiten het seizoen mee: zo’n €200 à €300 per kamer per nacht. In de zomer kan dit oplopen tot maar liefst €800. Zo kom je er The Empress is het eerste wat je ziet wanneer je met de veerboot vanuit Seattle of Port Angeles aankomt in Victoria. Het adres is 721 Government Street in Victoria, Brits-Columbia.
Roadtrips door Canada: de Pacific Rim Highway op Vancouver Island

In samenwerking met de Canadese camperverhuurder Fraserway delen we iedere maand een toffe roadtrip langs de mooiste bestemmingen van Canada. Dit keer is dat de Pacific Rim Highway op Vancouver Island. Vancouver Island in het uiterste westen van Canada is arguably het mooiste eiland van het land. Dat komt voornamelijk door de variatie. Reizigers gaan ernaartoe om bijzondere beesten als orka’s te spotten, maar ook om de oerbossen te verkennen. Ze willen rotstekeningen, maar ook totempalen zien. En dat terwijl Vancouver Island nog best wel een wildernis is. Je snapt – gevarieerde bestemming. En de Pacific Rim Highway laat je daarvan de allerbeste hoogtepunten zien. Hoe loopt de Pacific Rim Highway? Deze 127 kilometer lange rit, die officieel gewoon Highway 4 heet, start in Port Alberni in de Alberni Valley en brengt je all the way naar Tofino: een vissersdorpje aan de andere kant van het eiland. Wat zie ik tijdens de Pacific Rim Highway? Wat zie je niet onderweg? De Pacific Rim Highway loodst je tenslotte door oeroude regenwouden, maar ook langs wilde zeeën. Het is wat dat betreft ook lastig om highlights aan te kaarten, maar eh – we doen ons best. Coombs Old Country Market Het eerste – in onze ogen – hoogtepunt heeft ook weinig te maken met natuur. Het is een winkel die houten speelgoed, internationale traktaties en zogenoemde baked goods verkoopt. Het meest opvallende hieraan is dat er geiten op het dak lopen. Op het dak, ja. En dat zie je toch niet iedere dag. Cathedral Grove De Pacific Rim Highway is 127 kilometer lang, dus we kunnen het ons voorstellen dat je her en der de benen wilt strekken. Doe dat dan vooral bij Cathedral Grove. Een regio binnen het MacMilan Provincial Park waar je de hoogste en oudste bomen van het eiland vindt. Het bos is bovenal erg vochtig en daardoor opvallend groen. Dat geeft een beetje een spooky sfeertje. Erg uniek. Long Beach Long Beach ligt direct aan de Pacific Rim Highway. En tóch geeft dit strand je het idee alsof je alleen op de wereld bent. Komt door de hoge zandduinen die je hier vindt. Maak er zeker een stop, want dit is een van de mooiste bestemmingen van het eiland. Parksville Parksville, maar ook Errington, Qualicum Beach en Coombs (van de Coombs Old Country Market, ja) zijn kleine, schilderachtige dorpjes die ideaal zijn voor een stop tijdens de lange roadtrip. Typisch Canadees, helemaal geweldig. Hoe kan ik de Pacific Rim Highway het beste rijden? Een roadtrip als deze doe je natúúrlijk met een RV. Die zijn te huur bij het camperdepot van Fraserway in Vancouver. Pak hiervandaan de veerboot naar Vancouver Island. Alle boten worden beheerd door BC Ferries en je hebt twee mogelijkheden om op het eiland te komen: via de Horseshoe Bay Terminal óf via de Tsawwassen Terminal. Kies in beide gevallen voor de ferry naar Nanaimo. Dit ligt namelijk dichterbij de start van de route in Port Alberni. Dit artikel wordt je aangeboden door Fraserway.